Gedragsregels en ongewenst gedrag

Volleybalvereniging Actief doet er alles aan een gezellig en veilig sportklimaat te creëren. Er worden maatregelen genomen om vervelende situaties te voorkomen, zoals bijv. het verplicht stellen van een VOG voor trainers die met jeugdspelers werken. Ook het actief communiceren van normen en waarden kan hieraan bijdragen.

Natuurlijk moeten normen en waarden en hoe we met elkaar omgaan, gedragen worden door de leden zelf. Door het goede voorbeeld te geven en kaders te stellen proberen we dit te waarborgen.
Ongewenst gedrag en seksuele intimidatie kunnen in alle organisaties voorkomen. Volleybalvereniging Actief hecht veel waarde aan het zorgvuldig en respectvol met elkaar omgaan.

Het bestuur is primair verantwoordelijk voor gezonde sport- en omgangsrelaties. Ieder lid, medewerker en vrijwilliger is medeverantwoordelijk.

Het bestuur heeft hiervoor twee vertrouwenspersonen aangesteld om problemen met betrekking tot ongewenst gedrag en seksuele intimidatie bespreekbaar te maken binnen de vereniging en het gevoel te hebben er niet alleen voor te staan. Dit geldt ook voor een eventuele veroorzaker/aangeklaagde.

De Nederlandse Volleybal Bond (Nevobo) heeft een Reglement Ongewenst Gedrag waarin gedragsregels zijn opgenomen, waaraan begeleiders, waaronder trainers in de sport en bij de Nevobo in het bijzonder zich moeten houden in hun omgang met sporters.

Als bond vindt de Nevobo het belangrijk samen met de verenigingen en trainer/coaches hun verantwoordelijkheid te nemen bij het voorkomen van ongewenst gedrag.

Klik hier voor het complete reglement ongewenst gedrag.

Het NOC*NSF is een Nederlandse sportorganisatie met als doel (top)sport in Nederland te bevorderen. Bij het NOC*NSF zijn 90 landelijke sportorganisaties aangesloten, waaronder ook de NEVOBO. Het NOC*NSF heeft ter preventie van seksuele intimidatie een aantal gedragsregels opgesteld. Deze 11 gedragsregels zijn van belang voor iedereen die aan sport doet.

Klik hier voor de gedragsregels van het NOC*NSF.

Als vereniging hebben wij een aantal gedragsregels opgesteld die hieronder staan beschreven.

Gedragsregels

Normen & Waarden

Respect & Veiligheid: binnen de vereniging behoren alle leden en bezoekers zowel in als buiten het veld iedereen met respect te behandelen. Hieronder behoort ook het creëren van een veilig sportklimaat, waarbij een ieder zich thuis en veilig voelt.

Openheid & Toegankelijkheid:\ we streven naar een vereniging te zijn die toegankelijk is voor een brede groep mensen uit Eelde/Paterswolde en omgeving. We zijn een transparante volleybalvereniging waarbij het beleid, de kernwaarden en kerndoelstellingen voor iedereen inzichtelijk is. Door middel van elkaar positief aanspreken en van feedback te voorzien, behouden we een prettige sfeer.

Boeien & (Ver)binden: we streven er na een grote mate van verbondenheid te creëren tussen leden en betrokkenen onderling, door samen te werken, activiteiten te organiseren en alle volleybal activiteiten zoveel als mogelijk te centraliseren in één accommodatie. We willen een wij-gevoel creëren.

Sportief presteren: naast het waarborgen van de breedtesport willen we ook zeker graag onze ambities waarmaken door met dames en heren op een zo hoog mogelijk niveau te acteren. Dit altijd met behoud van een sportieve houding.

Samenwerken: samenwerken binnen de vereniging om de vereniging draaiende te houden en een mooie en aantrekkelijke plek te bieden voor iedereen die volleybal een warm hart toedraagt. Dit betekent dat elk lid op zijn tijd de handen uit de mouwen moet steken. Daarnaast samenwerking met scholen, gemeentes en maatschappelijke instanties ten einde onze maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen en een positieve rol te spelen binnen de samenleving.

Gedragsregels voor spelers, ouders en trainers / coaches

Bovenstaande normen en waarden leiden tot de volgende concrete gedragsregels.

Spelers/speelsters

Wat wordt gewenst als gedrag?

Fair-play tijdens en na training en wedstrijd, d.w.z.:

  • Wij zijn gastheer tegenover het team dat ons bezoekt, wij stellen ons dienstbaar op bij problemen of onduidelijkheden die het team heeft;
  • Respect voor de tegenstander, een correcte houding en geen intimidatie (in zoverre niet het gevolg van een kwaliteitsverschil);
  • Eerlijkheid, ook wanneer niet in eigen voordeel;
  • Ieder teamlid op gelijke wijze en met respect benaderen;
  • Betrokken en omstanders met respect benaderen (wees beleefd tegen de scheidsrechter en spreek publiek gerust beleefd aan wanneer ze ongepast gedrag vertonen).
  • Geen dronkenschap of overmatig alcoholgebruik na de wedstrijden.

Bevorder een positieve sfeer, d.w.z.:

  • Wees hulpvaardig voor spelers die moeite hebben om zich sociaal te binden aan het team;
  • Spoor medespeelsters aan tot respectvol en sportief gedrag wanneer nodig;
  • De vereniging kan alleen maar bestaan met behulp van vrijwilligers: bied je zelf aan om te helpen;
  • Indien gevraagd wordt voor hulp, wees bereid om je handen uit de mouw te steken;
  • Heb begrip voor andermans (on)mogelijkheden;
  • Praat positief / coachend over elkaar;
  • Ga met respect om met de medespelers buiten de directe omstandigheid van de sportsituatie (geen pestgedrag of ander gedrag dat ervoor zorgt dat de relatie van het teamlid met het team kan worden aangetast).

Waarop kunnen we spelers aanspreken?

  • Medespelers bewegen om dingen bewust anders te doen dan wat de trainer wil;
  • Medespelers beledigen of denigrerende opmerkingen over hen maken;
  • Schreeuwen of ander ongepast gedrag;
  • Pesten of negatief benaderen van medespelers;
  • Het steeds te laat komen (indien ouders hier een rol in spelen bij vervoer, ouders aanspreken);
  • De kleedkamers schoon achterlaten;
  • Gebruik van mobiel tijdens de training of wedstrijd (mobiel hoort in de tas), behalve bij voorafgaand overleg wegens bijzondere situatie;
  • Gebruik van mobiel in privésfeer zoals de kleedkamer (het maken van foto’s van teamgenoten of tegenstanders in de kleedkamer);
  • Ongepast gedrag naar scheidsrechter;
  • Communicatie tijdens training of wedstrijd met iemand buiten het veld, indien niet in relatie met het volleyballen;
  • (Ongevraagde) communicatie met de scheidsrechter door een ander dan de aanvoerder.

 

Ouders

Wat wordt gewenst als gedrag?

Gedrag dat de spelers helpt/ondersteunt/motiveert en niet tegenwerkt bij hun spel:

  • Respectvol zijn naar scheidsrechters, coaches en spelers;
  • Een positieve houding ten opzichte van de organisatie: een volleybalvereniging werkt met vrijwilligers die hun best doen er een mooie vereniging van te maken. Een positieve bijdrage wordt gewaardeerd.
  • Een stimulerende en motiverende houding aannemen naar het kind, ook indien het niet het eigen kind is;
  • Een stimulerende en motiverende houding aannemen naar het team, aanmoedigen van het team;

Positief meewerken aan regelingen rondom vervoer, wassen, e.d., zoals:

  • Afmelden kan soms noodzakelijk zijn, doe dit zo snel dit duidelijk is. Afmelden doe je bij de trainer/coach, niet bij een teamgenoot;
  • Kom op tijd, ook bij onderlinge afspraken over gegroepeerd rijden;
  • Indien niet eens met het rijschema, wissel onderling.

Waarop kunnen wij ouders aanspreken?

Enkele gedragingen die het wedstrijdverloop negatief kunnen beïnvloeden, zoals:

  • Het zich bemoeien met kind tijdens wedstrijd of nabespreking;
  • Het uitfluiten van het andere team, of negatief zijn tegenover (spelers van) het andere team of ouders;
  • Het zich hoorbaar bemoeien met (vermeend) onterechte beslissingen van de scheidsrechter, dit dienen anderen te doen en bij escalaties via de NeVoBo;
  • Het op de spelersbank te zitten of in het veld te stappen tijdens de wedstrijd, uitgezonderd indien hulp bij tellen of bij het invullen van het wedstrijdformulier (bespreek desnoods opmerkingen na de wedstrijd met de trainer/coach).

Indien zij zich teveel met het beleid van de trainer gaan bemoeien, zoals:

  • Herhaaldelijk contact zoeken met de trainer met een mening over de training (deze vragen horen thuis bij de jeugdcommissie);
  • In het algemeen een te belastend contact met medewerkers, zeker als dit wordt aangegeven door de betreffende persoon.

 

Trainers

Wat wordt gewenst als gedrag:

In relatie tot het positief training geven:

  • Positieve houding t.o.v. de spelers, zorgen voor een aangename sfeer;
  • Spelers komen om het volleybal te leren, laat op gepaste wijze waardering zien over hun ontwikkeling hierin, kortom: positief trainen/coachen;
  • Training afstemmen op niveau spelers en team;
  • Saamhorigheid nastreven.

In relatie tot het respectvol training geven:

  • Een pedagogische benadering nastreven in de trainingen;
  • Evenveel aandacht geven aan iedere speler;
  • Een voorbeeldrol vervullen, waaraan de spelers zich graag willen spiegelen;
  • Culturele bijzonderheden en gelegenheden van sporters respecteren, voor zover niet risicovol;

In relatie tot een veilig klimaat:

  • Zieke of geblesseerde sporters benaderen met interesse en welwillendheid;
  • Beseffen dat je als trainer een voorbeeldfunctie hebt;
  • Normen en waarden duidelijk uitdragen, gedragsregels hanteren;
  • Stel ouders in kennis wanneer er twijfels zijn over het welzijn van een speler;
  • Neem contact op met het bestuur indien (een vermoeden van) pestgedrag, moeizame communicatie met het team of andere gelijkaardige probleemgevallen.

Waarop kunnen wij trainers aanspreken?

In relatie tot onveilig gedrag van de trainer:

  • Spelers in het openbaar negatief bekritiseren;
  • Altijd hulp vragen aan dezelfde persoon, bijv. de ‘zwakkere’ speler, die altijd ja zal zeggen;
  • Zonder de (schriftelijke) uitdrukkelijke toestemming van de speler, persoonlijke of vertrouwelijke informatie openbaar maken;
  • Gebruik van mobiel in privésfeer zoals de kleedkamer (het maken van foto’s van spelers of tegenstanders in de kleedkamer);
  • Gedrag hanteren dat als pesten zou kunnen worden uitgelegd;
  • Meer fysieke aanraking dan functioneel noodzakelijk, teveel fysieke aanraking concentreren rond één speler.

In relatie tot voorbeeldgedrag:

  • Roken / alcoholgebruik tijdens de training of wedstrijd;
  • Zelf wel met een mobiele telefoon bezig zijn;
  • Overmatig alcoholgebruik na de training of wedstrijd.